Daarom, ziet, Ik zal Mijn hand tegen u [14]uitstrekken, en u den heidenen ten buit geven, en zal u [15]uit de volken uitroeien, en u uit de landen verdoen; Ik zal u verdelgen; en gij zult weten, dat Ik de HEERE ben.
14. Zie boven hfdst.14 vs.9. Alzo onder vs.3,16.
15. Dat gij voor geen volk noch land meer zult gerekend worden.